Hoe kies je een beleggingsfonds?

Opkomend of gevestigd?

Voor beleggers die nieuwe fondsverplichtingen evalueren, is een belangrijke overweging of ze opkomende of gevestigde managers moeten steunen. Er zijn aan beide kanten voordelen en risico's die een zorgvuldige analyse rechtvaardigen.

Kleinere fondsen doen het beter

Uit onderzoek van Preqin blijkt: opkomende fondsmanagers bieden potentieel hogere rendementen. Uit de gegevens blijkt dat buy-outfondsen onder de 250 miljoen dollar uit het startjaar 2020 een gemiddelde netto IRR van 25,7% genereerden, wat beter is dan fondsen van meer dan 1 miljard dollar, die een IRR van 14,6% hadden.

Kleinere managers kunnen wendbaarder en hands-on zijn en profiteren van nichestrategieën en marktinefficiënties om waarde voor alle belanghebbenden te ontsluiten. Vroeg in contact komen met een opkomende manager kan ook betekenen dat je de 'next big thing' ontdekt voordat deze te populair wordt om er toegang toe te krijgen.

Risico's

Maar dit brengt risico's met zich mee. De standaardafwijking van de netto IRR voor buy-outfondsen onder de $250 miljoen bedraagt ​​29,8%, vergeleken met slechts 10,4% voor fondsen boven de $1 miljard. Een dergelijke spreiding maakt de kunst van het selecteren van managers nog belangrijker. Diepgaande due diligence, stresstests en scenarioanalyse zijn van cruciaal belang om zowel de potentiële voor- als nadelen te begrijpen.

Als het gaat om opkomende versus gevestigde fondsen, ligt de beslissing uiteindelijk bij de investeerder zelf – hun rendementsdoelstellingen, risicobereidheid, doelstellingen voor portefeuilleopbouw en middelen voor uitgebreid due diligence.

Elke fondscategorie speelt een belangrijke, maar onderscheidende rol. Het vinden van het juiste evenwicht kan de sleutel zijn tot een succesvolle beleggingsstrategie.

Lees hier het artikel van Preqin.